Wie zijn vader en moeder niet haat...

Wie zijn vader en moeder niet haat is Mij niet waard

 

door

Debby van Galen

25 oktober 2022

Inleiding

Veruit de meesten hebben een redelijk tot goede en sommigen zelfs een uitstekende band met hun ouders. Herinneringen aan een warme jeugd voeren de boventoon en het gebod 'Eer je vader en je moeder' is vanzelfsprekend. Daarentegen zijn er ook mensen die een slechte tot geen band met hun ouders hebben. Het gebod om je ouders te eren is moeilijk in de praktijk te brengen dan. In dat laatste geval is het evengoed af te raden om haat te koesteren tegenover hun. Dat lijkt in schril contrast te staan tot Jezus' woorden in Lukas 14:26, waarin Hij iets tamelijk schokkends zegt. Was Hij echt zo tegenstrijdig of radicaal anders dan Zijn aardse tijdgenoten? 


Jezus en de menigte

Jezus en de Farizeeën zijn in onze ogen vaak elkaars tegengestelden en zelfs vijanden, maar toch waren onder die laatsten ook veel bewonderaars van Hem net als onder het volk. Als Jezus ergens te gast was, werd dat snel in de hele omgeving bekend en de mensen stroomden toe. Het was tijdens zo’n etentje met enkele Farizeeërs dat een menigte zich had verzameld in de hoop dat Hij hun zou toespreken. Stel je zo voor, dat Hij aanlag aan tafel op shabbat als eregast en binnen de kortste keren staken er overal hoofden van nieuwsgierige lokale inwoners door de open ramen en overal klonk geroezemoes. Nadat Hij met deze leiders van het volk had gesproken, draaide Hij Zich om en zag al die mensen verwachtingsvol naar Hem kijken. Op het moment dat Hij kijkt, verstomt het geroezemoes en dan spreekt Hij:


Lukas 14:26 "Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn."


Controversieel

Van alle lastige uitspraken die Jezus deed, is deze misschien wel de meest controversiële: wil Hij nou echt dat wij onze ouders haten om tot Zijn discipelen gerekend te worden? Hoeveel mensen hebben puur op basis van dit vers de banden met hun ouders en familie verbroken, alle schepen achter zich verbrand, in de overtuiging dat zij zich daarmee van hun redding en plaats in de hemel verzekerden? Te veel, kan ik je verzekeren. Hadden ze zich maar wat meer verdiept in de tekst, en vooral de context; dan had veel verdriet voorkomen kunnen worden. Laten we dat nu dan doen.


Als we het evangelie van Mattheüs lezen die over dezelfde situatie schrijft, ontstaat er een genuanceerder beeld.


Mattheüs 10:37 "Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard."


Hoe kan het dat het Lukas-evangelie zo hardvochtig klinkt, en het Mattheüs-evangelie gematigder? Bovendien: enkele hoofdstukken later zegt Jezus in Mattheüs 15:4 "God heeft immers geboden: Eer uw vader en moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, moet zeker sterven." Daarmee bevestigt Hij als rabbi het vijfde gebod: Deuteronomium 5:16 "Eer uw vader en uw moeder, zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd worden en opdat het u goed gaat in het land dat de HEERE, uw God, u geeft."


Cynici zullen zeggen, dat dit al aantoont dat de Bijbel zichzelf tegenspreekt; dat het vol zit met tegenstrijdigheden.


Spreekt Jezus met gespleten tong? Of is er een logische verklaring?


Afkomst en denkwereld

De verklaring ligt in het verschil tussen de afkomst en denkwereld van de auteurs van de evangeliën en hun publiek, en die van ons. We concentreren ons eerst even op Mattheüs.


Dr. Robert Lindsey ontdekte al eind jaren ’80 een bijzonderheid in de Griekse tekst van het Mattheüs-evangelie, namelijk dat de grammatica niet bepaald lekker liep op specifieke stukken. Hij besloot de tekst te vertalen naar het Bijbels Hebreeuws met behulp van de Septuaginta (LXX). Tot zijn grote verbazing ontdekte hij dat de zinsstructuur en het woordgebruik juist typerend was voor het Hebreeuws. Nadat hij dit had voorgelegd aan bevriende professoren in Israël en zij zijn vondst accepteerden, kwamen zij gezamenlijk tot de slotsom dat de brontekst van het Mattheüs-evangelie moet zijn geschreven door een Hebreeuws-sprekende. Daarna is de tekst vertaald door een van origine Hebreeuws-sprekende bekend met het Koiné Grieks naar wat eeuwenlang is aangenomen als de originele tekst.


Hoe verklaart dat dan de uitspraak om je vader en moeder en de rest van de familie te haten? Context en taalbegrip is cruciaal in deze kwestie.


Context is cruciaal

De context is dat Jezus op dat moment door zowel de Farizeeën als het volk als een zeer uitzonderlijke rabbi werd beschouwd. Wat een eer zou het zijn, als Hij – zoals rabbi’s deden in die tijd – jonge mensen aanwees en hun zou vragen Zijn discipel te worden!? Alleen, dat kostte in de regel ook best veel; een discipel diende daarvoor het ouderlijk nest te verlaten om bij de rondreizende rabbi in de leer te mogen. De context hier is dus: de stille wens van velen om als discipel te worden geroepen door deze Rabbi. Jezus’ antwoord op die wens was: heb je wel eerst overwogen wat het je kost, of is dit een impuls? Lees maar verder in de tekst van Lukas.


Definities veranderen

Taalbegrip is een ander cruciaal aspect, want onze moderne definitie van ‘haten’ is nogal anders dan de definitie in het Bijbels Hebreeuws. Laten we die even naast elkaar leggen, dan zul je zien wat ik bedoel.


Van Dale woordenboek geeft twee definities voor het werkwoord ‘haten’:

  1. gevoel van diepe afkeer: haat koesteren; blinde haat fel en onredelijk; haat en nijd grote onmin; haat zaaien aanzetten tot haat
  2. een afkeer hebben van iem. of iets

De Bijbelse definitie voor haten, in het oud-Hebreeuws, is heel anders. Daar betekent het:


  iem. of iets minder liefhebben dan iem. of iets anders


Aangezien Jezus Hebreeuws sprak en zeker geen Nederlands, moeten we de Hebreeuwse betekenis toepassen (en zeker niet de definitie in ons woordenboek). Als we dat samenvoegen met de context van het vers en de tekst eromheen, dan lezen we een ander verhaal in het Lukasevangelie dat helemaal niet in strijd is met de Thora en dus ook niet met Jezus’ andere onderwijs.


Opnieuw lezen

Lukas 14:26 “Als iemand tot Mij komt en niet zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters minder liefheeft dan Mij, ja, ook zelfs zijn eigen huiselijke leven niet bereid is op te geven voor een rondreizend leven met Mij, die kan Mijn discipel niet zijn.”


Nu klinkt het logisch met wat volgt:


Lukas 14:27 En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt (dit is een parallelisme van de vorige zin), kan geen discipel van Mij zijn.


Conclusie

Deze uitspraak van Jezus mag in onze oren wel radicaal zelfs tegenstrijdig klinken met het vijfde gebod 'je vader en moeder te eren', maar dat ligt aan wat wij denken te weten op basis van wat ons is geleerd. Als wij de tekst in zijn oorspronkelijke context lezen met de oren van Zijn gehoor, dan komen we tot een andere slotsom die heel logisch, praktisch en verstandig is: Bezint eer ge begint, is de crux.


Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Debby van Galen.

Wil je haar bedanken met een blijk van waardering en steunen?

Klik op de donatieknop en maak je keuze.

of vul onderstaand formulier in en doneer via uw bank

Share by: