Inleiding
Vanaf begin jaren '90 is een bepaald idee over God de kerken binnengeslopen, namelijk dat God alleen maar liefde is en alle kwaad van de satan komt. Sterker, in sommige stromingen wordt geleerd dat de satan de bedenker is van alle kwaad én dat hij over de aarde heerst. Als je dat gelooft kom je al snel in de knoop met deze tekst:
Klaagliederen 3:38 Komt niet uit de mond van de Allerhoogste voort het kwade en het goede?
"Ik, de HEERE, doe al deze dingen"
Hoe kan God een goede God zijn, maar ook de duisternis hebben geschapen?
In Jesaja 45:7 zegt Hij:
Ik formeer het licht en schep de duisternis,
Ik maak de vrede en schep het onheil;
Ik, de HEERE, doe al deze dingen.
De basis voor deze uitspraken liggen in Gen. 1:1-3 De duisternis en het kwade zijn door God geschapen, zoals alles door Hem geschapen is als Zijn werktuigen. Als die waren ontstaan buiten Zijn scheppingswerk om, dan zouden die niet binnen Zijn macht zijn om over te oordelen of te beteugelen. Omdat Hij die wel geschapen heeft, is Hij de Eigenaar ervan en heeft daardoor de soevereiniteit en zeggenschap erover. God zet deze werktuigen in voor verschillende redenen.
Bijv. in Jes. 45:7 om te getuigen van Zijn almacht, in Kl. 3:38 idem dito plus als stok ter correctie zodat de mens zich zal bekeren (Kl.33:40-41). Hij gebruikt de duisternis ook om Zich mee te omhullen als een sluier c.q. kleed ter bescherming van de mensen om onder hen te kunnen zijn (cf. Ex. 13:21-22, Ps. 18:12).
Kwaad ten goede
Wanneer wij het kwaad om ons heen dus groter en brutaler zien worden en de duisternis steeds meer zien toenemen, mogen we een paar dingen beseffen.
Zijn goedheid (die eeuwig is) overstijgt altijd het kwade (die tijdelijk is) in kracht en in omvang. Neemt dus het kwaad toe, dan is dat zodat wij een idee krijgen dat Zijn goedheid nóg groter is. Zien we de duisternis steeds meer toenemen, dan betekent dat ook dat Hij Zich daarin heeft omhult om nog dichterbij ons te zijn om ons te beschermen voor het kwaad. Cf. Ex. 14:19-20,24. Hoe meer deze waarheid bezit neemt van ons hart des te groter ons geloof (vertrouwen) op, en ontzag voor, God wordt – en onze liefde voor Hem toeneemt.
God gebruikt dus zelfs het kwaad om goed te doen, en de duisternis om Zijn licht te doen schijnen!